Heiden tussen hoop en twijfel

In de Schaduw van de liefde heet zijn jongste album. In de schaduw van zijn geliefde Nijmegen bevinden wij ons. Op een heuvel. In een hotel. Aan een tafel. Wachtend op Frank Boeijen. Starend naar een vergeeld landschap. Een grauwgroene jager met hond, verhangen aan een rookbruine muur. De galm van grandeur in onze hoofden. Hadden we onze ogen gesloten dan zouden we de koetsen gezien hebben. En beleefd onze hoeden afgenomen hebben voor de dames in het wit. Daar, waar eens voorname lieden huisden, huist nu slechts de melancholie.



Mijmerend, filosoferend over geloof, hoop, liefde en schrijversschap verliezen we stilaan ons doel uit het oog. De stem van de labeljongen doet ons ontwaken: “Mijn excuses voor het lange wachten. Toen jullie hier kwamen, was de vorige journalist pas net gearriveerd. Zijn trein had vertraging.” Werken voor een ochtendblad dat Spits heet is natuurlijk vragen om problemen. Nederland slibt dicht tussen zeven en negen. Reden voor Boeijen om de pers in zijn achtertuin uit te nodigen: “Twee decennia lang heb ik in de file gestaan. Laat ze nu maar eens hier komen.

Hier is Groesbeek, van oudsher een wijkplaats voor kunstenaars die de verstikkende drukte wilden ontvluchten. Frank Boeijen als kunstenaar. De man in het zwart lacht om de vergelijking: “Het getuigt van de nodige pretentie als een muzikant zichzelf tot kunstenaar kroont. Ik krijg daar kromme tenen van. Het heeft iets verhevens. Zo ben ik niet opgevoed. Ik kom uit een eenvoudig, socialistisch gezin.” Zijn hoofd komt los van zijn rechterhand. Hij slaat zijn ogen op en kijkt ons vragend aan. “Wat is kunst eigenlijk?” Een antwoord blijft uit. “Mijn vader was typograaf, loodzetter. Een verdwenen ambacht. Misschien was hij wel een kunstenaar.” Zijn vingers trommelen zacht en ritmisch op een zwart notieblokje. “Ik ben gewoon mezelf. Hoe zeg je dat: een zanger en een liedjesschrijver. En of dat dan kunst is…tja… ik vind het mooi als mensen er iets aan hebben…als het ze troost.” Zijn hand glijdt door zijn haar .”Vanmorgen stond ik op met een album van Damian Rice. Ken je hem? Een jonge jongen nog. (met zachte stem) Dat is heel mooi… prachtig gewoon. Dat biedt me troost, daar geniet ik van.”

Boeijen plukt de dag. Mensen die hem als een doemdenker beschouwen hebben het bij het verkeerde eind: “Ik ben vrij optimistisch van aard. Schaduw van de liefde eindigt dan ook met Ik drink, een toast op het leven. Je viert wat je hebt verloren en je viert wat je hebt gekregen”. Boeijen kijkt op zijn horloge en wenkt naar de ober: “Doe mij maar een calvados, een kop koffie en Spa Blauw.” Onverstoorbaar bouwt hij verder aan zijn verhaal: “Het is van oorsprong een Franse chanson, later bewerkt door Ramses Shaffy. De tekst is hem op het lijf geschreven. Jullie beschouwen hem wellicht als een tragisch figuur, omdat hij zijn geest weggedronken heeft. Ik denk dat hij nog iedere dag geniet. De goede man is 70 en kijkt terug op een geweldig leven. Zijn vrije geest heeft nooit gezucht onder het juk van het dagelijks bestaan. In tegenstelling tot de nuchtere zielen, die me met gebogen hoofd passeren, als ik ’s ochtends over straat loop.”

De zanger gelooft in het leven.”Er is altijd hoop.”Hij kijkt er enigszins zalvend bij: “Hoop vormde ook de basis voor Schaduw van de liefde. Een vriend van mij stapte in het huwelijksbootje. En vroeg of ik wat wilde doen op zijn bruiloft. Wat wil je dan, antwoordde ik gekscherend. Een levensloop?” Een minzame lach. “Toen er langer over nadacht vond ik het eigenlijk wel mooi: wie gaat er nog trouwen op die leeftijd. Wie begint er nog aan nieuw begin. Er sprak hoop uit. Uit deze hoop vloeide een serie van teksten voort. Deze teksten staan ook op het album. Ik heb ze gebeden van een heiden genoemd. Een heiden is iemand die gelooft, maar niet de beginselen van het Jodendom, het Christendom of de Islam aanhangt.” Hij pauzeert en luistert aandachtig naar de vraag van zijn vrouwelijke gesprekspartner. “Waar ik in geloof?” Hij wijst naar buiten. “In die boom daar. Ook al gaat het niet zo goed met onze wereld: zolang het licht door de bladeren van die boom speelt is er nog hoop.”

Hoop en twijfel gaan hand in hand bij Frank Boeijen: “Iemand zonder twijfel is een vreselijke dictator. Of heeft geen enkele levenservaring .Er bestaat geen geluk zonder ongeluk. Geen warmte zonder koud.” Hij klinkt beslist. “ Ook Schaduw van de liefde verhaalt over de hoop van het gevonden geluk, de twijfel en het verlies. Het is een metafoor. Liefde is een gemoedstoestand, een voorwerp van een schaduw. Een schaduw bestaat eigenlijk niet. Het is een reflectie van de werkelijkheid.” Hij wendt zijn blik naar het raam. “Als je buiten over het grasveld kijkt dan zie je allemaal schaduwen. Ze zijn er wel, maar ook weer niet. De schaduw van de liefde beschermt je tegen de onverbiddelijke zon van het bestaan. Aan de andere kant: stel je voor dat de liefde over is, dan is er altijd nog de schaduw van de liefde. “

Universele emotie staat centraal in zijn werk: “In essentie volgt ieder mens hetzelfde spoor. Geboorte, leven en de dood bepalen onze cultuur. Daar draait het om. Het is interessant om te zien hoe mensen met deze wetenschap omgaan. Daarover wil ik vertellen.” Een korte aarzeling:. “Er is een tijd geweest dat ik dwingend wilde vertellen. Zwart Wit (een nummer over de racistische moord op de minderjarige Kerwin Duijnmeijer, red.) had een duidelijke boodschap in zich. Nu ben ik te oud voor een ongenuanceerde mening. Het is simplistisch om te zeggen dat je tegen een oorlog in Irak bent. Zo eenvoudig ligt het niet.” Hij tilt een glas van het dienblad: “Vroeger liep ik mee in een anti-Vietnamdemonstraties. Uiteindelijk kregen we onze zin. De Amerikanen trokken zich terug. Vervolgens werd het nog onfrisser. We ageerden tegen Johnson en Nixon zonder te weten wat er werkelijk aan de hand was.” De laatste druppels Calvados verdwijnen in zijn keelgat: “Tegenwoordig plaats ik conflicten in een breder perspectief. In feite gaat het om relaties tussen mensen. Hoelang kun je samen gelukkig zijn? Wanneer is het voorbij? Wanneer sla je mekaar de harses in? Dat is de basis.”


©2004 Marcel Bosmans m.m.v Rianne van der Molen

|Frank Boeijen homepage|